Sipico (1957-1982)
Het begon allemaal in 1957 met de oprichting van de volleybalvereniging SIPICO (afkorting van SInt-PIetersCOllege). Stichters waren E.H. Karel Missoul, E.H. O. Hamels en de heer Astère Dothée. Het was hun bedoeling de volleybalactiviteit, die reeds enkele jaren in het college bestond, te activeren en ruimere spelgelegenheid te bieden aan de leerlingen en oud-leerlingen van het Sint-Pieterscollege. De volleybalactiviteiten tijdens de Brokamo-kampen (BROederKAmp van de MOderne afdeling) waren hieraan zeker niet vreemd.
In vijf jaar tijd klom Sipico op van de tweede gewestelijke naar de eerste nationale afdeling. Gedurende het seizoen 1962-1963 maakte de vereniging haar debuut in die eerste nationale afdeling. Zij zou daar gedurende negen seizoenen met wisselend succes verblijven, namelijk tot in 1970-1971. Al die tijd was zij de vaandeldrager van het Leuvense volleybal en bouwde zich een stevige reputatie op als een dynamische collegeploeg. Sipico bleef ook haar eigen identiteit als een zuiver amateuristische vereniging getrouw en roeide met de haar beschikbare middelen: spelers van eigen kweek en bescheiden financiële fondsen.
In die omstandigheden was het ook niet geheel onverwacht dat Sipico in het begin van de jaren zeventig haar positie in 's lands hoogste klasse niet langer kon handhaven. In 1972-1973 fusioneerde Sipico voor één jaar met Alcazar. Gedurende vier seizoenen verbleef Sipico dan in de tweede nationale afdeling en gedurende nog eens vier seizoenen zelfs in derde nationale afdeling. Nochtans werd in die periode de basis gelegd voor de heropstanding. Een groep enthousiaste en beloftevolle jongeren wist onder leiding van de Roemeen Lucian Bontidean in vijf jaar opnieuw een plaats te veroveren bij de beste clubs van het land. Eerst door een herschikking van de nationale reeksen (1979) en daarna door het behalen van de titel in de tweede nationale afdeling (1981) klom Sipico terug naar de hogere regionen van het Belgische volleybal.
In vijf jaar tijd klom Sipico op van de tweede gewestelijke naar de eerste nationale afdeling. Gedurende het seizoen 1962-1963 maakte de vereniging haar debuut in die eerste nationale afdeling. Zij zou daar gedurende negen seizoenen met wisselend succes verblijven, namelijk tot in 1970-1971. Al die tijd was zij de vaandeldrager van het Leuvense volleybal en bouwde zich een stevige reputatie op als een dynamische collegeploeg. Sipico bleef ook haar eigen identiteit als een zuiver amateuristische vereniging getrouw en roeide met de haar beschikbare middelen: spelers van eigen kweek en bescheiden financiële fondsen.
In die omstandigheden was het ook niet geheel onverwacht dat Sipico in het begin van de jaren zeventig haar positie in 's lands hoogste klasse niet langer kon handhaven. In 1972-1973 fusioneerde Sipico voor één jaar met Alcazar. Gedurende vier seizoenen verbleef Sipico dan in de tweede nationale afdeling en gedurende nog eens vier seizoenen zelfs in derde nationale afdeling. Nochtans werd in die periode de basis gelegd voor de heropstanding. Een groep enthousiaste en beloftevolle jongeren wist onder leiding van de Roemeen Lucian Bontidean in vijf jaar opnieuw een plaats te veroveren bij de beste clubs van het land. Eerst door een herschikking van de nationale reeksen (1979) en daarna door het behalen van de titel in de tweede nationale afdeling (1981) klom Sipico terug naar de hogere regionen van het Belgische volleybal.
Alcazar (1966-1982)
Volleybalclub Alcazar kreeg zijn naam van de K.S.A.-groep van het Sint-Pieterscollege. Uit die dynamische jeugdbeweging werd in 1966 de volleybalclub geboren, onder impuls van een sterke leidersgroep. De ploeg werd direct vice-kampioen en promoveerde zo in 1967 naar tweede provinciale. Na een heroïsche strijd werd Alcazar er onmiddellijk kampioen. Met een beetje schrik in het hart waagde de ploeg in oktober 1968 zijn kans in eerste provinciale. Alcazar stond er goed zijn man en eindigde op de derde plaats. Dank zij de overwinning in de eindronde ging de deur naar de nationale afdelingen open. In 1969 belandde de collegeploeg dus in derde nationale. In 1972 werd er een damesploeg opgericht, die zou stijgen naar tweede provinciale.
Alcazar bereikte zijn hoogtepunt in het midden van de jaren zeventig, toen het met zijn eerste ploeg tot in tweede nationale afdeling klom. Dit gebeurde, samen met Sipico, door een herschikking van de reeksen. Hoge toppen scoorde de club eveneens met haar jeugdwerking: in het seizoen 1975-1976 werden de scholieren tot Belgisch kampioen gekroond.
Op het eind van de jaren zeventig werd Alcazar niet door het noodlot gespaard, zodat de degradatie, eerst naar derde nationale, en daarna naar vierde nationale niet kon vermeden worden.
Alcazar bereikte zijn hoogtepunt in het midden van de jaren zeventig, toen het met zijn eerste ploeg tot in tweede nationale afdeling klom. Dit gebeurde, samen met Sipico, door een herschikking van de reeksen. Hoge toppen scoorde de club eveneens met haar jeugdwerking: in het seizoen 1975-1976 werden de scholieren tot Belgisch kampioen gekroond.
Op het eind van de jaren zeventig werd Alcazar niet door het noodlot gespaard, zodat de degradatie, eerst naar derde nationale, en daarna naar vierde nationale niet kon vermeden worden.
Sipico'82 (1982-1994)
In de lente van 1982 werd zowel vanuit Sipico als vanuit Alcazar de behoefte aangevoeld om tot een samenwerking te komen. Op 1 juni 1982 was de fusie een feit: "Sipico'82" werd de naam van de gefusioneerde vereniging. De doelstellingen van de nieuwe club bleven ongewijzigd: in een niet-commerciële mentaliteit zo goed mogelijk en op een zo hoog mogelijk niveau volleybal spelen, en aan jongeren op een gezonde en educatieve manier het volleybal aanleren.
De thuismatchen werden gespeeld in de nieuwe, ruime sporthal van het college. In de volgende jaren groeide Sipico'82 uit tot de grootste volleybalclub van België: ze telde meer dan 170 leden, verspreid over 9 competitieploegen, 1 recreatieploeg, 1 bestuursploeg en 26 dameslicenties. De klap op de vuurpijl kwam in 1988 toen Sipico 1, na al enkele jaren toonaangevend te zijn in eerste nationale, promoveerde naar de ereklasse!
Aan de ene kant was dit een triomf zonder weerga, aan de andere kant een groot probleem. Sipico'82 had altijd zijn oorspronkelijke doeleinden blijven vooropzetten en naleven, waaronder het amateurisme. In de ereklasse kwamen de spelers nu te staan tegenover ploegen die over veel meer financiële mogelijkheden beschikten, en meestal met een aantal buitenlandse spelers op het terrein kwamen. De strijd was te ongelijk, maar elke thuiswedstrijd werd een feest voor meer dan 500 supporters, en meerdere ploegen hebben het zeer moeilijk gehad in hun wedstrijd tegen Sipico.
Jammer genoeg luidde de degradatie naar eerste nationale een kleine leegloop van spelers in, waardoor na het volgende seizoen onmiddellijk opnieuw gezakt werd naar eerste landelijke afdeling. Deze situatie gaf echter de kans aan een nieuwe generatie jongeren om zich op te werken, en in het seizoen 1991-1992 werd opnieuw de kampioenstitel binnengehaald. Met eigen middelen maar met veel enthousiasme hield Sipico'82 daarna nog drie seizoenen stand in eerste nationale.
De thuismatchen werden gespeeld in de nieuwe, ruime sporthal van het college. In de volgende jaren groeide Sipico'82 uit tot de grootste volleybalclub van België: ze telde meer dan 170 leden, verspreid over 9 competitieploegen, 1 recreatieploeg, 1 bestuursploeg en 26 dameslicenties. De klap op de vuurpijl kwam in 1988 toen Sipico 1, na al enkele jaren toonaangevend te zijn in eerste nationale, promoveerde naar de ereklasse!
Aan de ene kant was dit een triomf zonder weerga, aan de andere kant een groot probleem. Sipico'82 had altijd zijn oorspronkelijke doeleinden blijven vooropzetten en naleven, waaronder het amateurisme. In de ereklasse kwamen de spelers nu te staan tegenover ploegen die over veel meer financiële mogelijkheden beschikten, en meestal met een aantal buitenlandse spelers op het terrein kwamen. De strijd was te ongelijk, maar elke thuiswedstrijd werd een feest voor meer dan 500 supporters, en meerdere ploegen hebben het zeer moeilijk gehad in hun wedstrijd tegen Sipico.
Jammer genoeg luidde de degradatie naar eerste nationale een kleine leegloop van spelers in, waardoor na het volgende seizoen onmiddellijk opnieuw gezakt werd naar eerste landelijke afdeling. Deze situatie gaf echter de kans aan een nieuwe generatie jongeren om zich op te werken, en in het seizoen 1991-1992 werd opnieuw de kampioenstitel binnengehaald. Met eigen middelen maar met veel enthousiasme hield Sipico'82 daarna nog drie seizoenen stand in eerste nationale.
Het Leuvense volleybal sinds 1994
De opdracht om een amateurploeg draaiende te houden in eerste nationale werd elk jaar zwaarder voor Sipico'82. Ook andere Leuvense clubs, zoals Red Star en Valken Haasrode kampten met hetzelfde probleem. In 1994 veranderde het Leuvense volleyballandschap dan ook grondig: Sipico'82 en Haasrode fusioneerden tot ABB Haasrode Sipico en Red Star ging alleen nog verder met damesvolley. Het achtervoegsel "Sipico" verdween spoedig uit de naam van de fusieclub. Later drong een verdere schaalvergroting zich op, door de samenvoeging van Haasrode met Simavo Wilsele (1998) en meer recent met Volley Groot Leuven (2009). Met de opkomst van Bergop Wijgmaal en Lizards Lubbeek Leuven is de diversiteit van het volleybal in de Leuvense regio gegarandeerd.